De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma
wordt gesloten
1.
Selecteer de afdruk optie vanuit het programma.
2.
Selecteer de driver en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma
wordt gesloten
1.
Selecteer de afdruk optie vanuit het programma.
2.
Selecteer de driver en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.