HP LaserJet Pro 400 MFP M425 - Controlelijst voor het oplossen van problemen met faxen

background image

Controlelijst voor het oplossen van problemen met faxen

Er zijn diverse oplossingen mogelijk. Probeer na elke aanbevolen oplossing opnieuw te faxen om te

controleren of het probleem is opgelost.

Voor de beste resultaten tijdens het oplossen van faxproblemen, controleert u of de lijn van het

apparaat rechtstreeks op de telefoonaansluiting aan de muur is aangesloten. Koppel alle andere

apparaten die op het apparaat zijn aangesloten los.

1.

Controleer of het telefoonsnoer op de juiste aansluiting aan de achterkant van het apparaat is

aangesloten.

2.

Controleer de telefoonlijn door de faxtest uit te voeren:

a.

Raak de knop Instellingen op het beginscherm van het bedieningspaneel van het apparaat aan
en kies het menu

Service

.

b.

Selecteer het menu

Faxservice

.

c.

Selecteer de optie

Faxtest uitvoeren

. Het faxtestrapport wordt afgedrukt.

Het rapport bevat de volgende mogelijke resultaten:

Gelukt: Het rapport bevat alle huidige faxinstellingen.

Mislukt: Het rapport geeft de aard van de fout aan en bevat suggesties voor het oplossen

van de kwestie.

3.

Controleer of de firmware van het apparaat up-to-date is:

a.

Druk een configuratiepagina af vanuit het menu

Rapporten

op het bedieningspaneel om de huidige

firmwaredatumcode te verkrijgen.

b.

Ga naar

www.hp.com

.

1.

Klik op de koppeling Ondersteuning en drivers.

2.

Klik op de koppeling Software en drivers downloaden (ook voor firmware).

3.

Voer in het veld Voor product het modelnummer van het apparaat in en klik op de knop

naast het vak.

4.

Kies de koppeling die bij het door u gebruikte besturingssysteem hoort.

5.

Ga naar het firmwaregedeelte van de tabel.

Wanneer de versie in de lijst overeenkomt met de configuratiepagina, hebt u de meest

recente versie.

Wanneer de versies verschillen, downloadt u de firmware-upgrade en werkt u de

firmware op het apparaat bij door de instructies op het scherm te volgen.

OPMERKING:

Het apparaat moet zijn aangesloten op een computer met toegang tot

internet om de firmware te kunnen bijwerken.

Verzend de fax opnieuw.

104 Hoofdstuk 6 Fax

NLWW

background image

4.

Controleer of de fax is ingesteld tijdens het installeren van de software.

Voer vanuit de HP-programmamap op de computer het programma Fax instellen uit.

5.

Controleer of de telefoonlijn een analoog faxapparaat ondersteunt.

Als u gebruikmaakt van ISDN of digitale PBX, dient u contact op te nemen met uw serviceprovider

voor informatie over het configureren van een analoge faxlijn.

Als u gebruikmaakt van een VoIP-service, dient u vanaf het bedieningspaneel de instelling

Faxsnelheid

te wijzigen in

Langzaam (V.29)

of de instelling

Snel (V.34)

uit te schakelen. Vraag uw

serviceprovider of faxen wordt ondersteund en vraag naar de aanbevolen snelheid van de

faxmodem. Bij sommige bedrijven is een adapter vereist.

Als u gebruikmaakt van een DSL-service, dient u te controleren of de telefoonverbinding naar het

apparaat is voorzien van een filter. Neem contact op met de DSL-serviceprovider of schaf een DSL-

filter aan als u er geen hebt. Als er al een DSL-filter is geplaatst, dient u een ander filter te

proberen, aangezien deze filters defect kunnen raken.

6.

Als het probleem aanhoudt, raadpleeg dan de hierna volgende gedeelten voor meer gedetailleerde

informatie.

NLWW

Faxproblemen oplossen 105