Stap 2: Controleer de bekabeling of de draadloze verbinding
1.
Controleer de kabelaansluiting tussen het product en de computer. Zorg ervoor dat de kabel goed is
aangesloten.
2.
Controleer of de kabel beschadigd is door zo mogelijk een andere kabel te gebruiken.
3.
Als het apparaat op een netwerk is aangesloten, controleert u het volgende:
●
Controleer het lampje naast de netwerkverbinding op het apparaat. Als het netwerk actief is,
brandt het lampje groen.
●
Zorg ervoor dat u een netwerkkabel gebruikt voor de netwerkaansluiting in plaats van een
telefoonsnoer.
152 Hoofdstuk 8 Problemen oplossen
NLWW
●
Zorg ervoor dat de netwerkrouter, -hub of -switch is ingeschakeld en dat het netwerk juist
functioneert.
●
Als uw computer of het apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, kan een zwak signaal
of een storing van het signaal uw afdruktaken vertragen.
4.
Als u een firewall op de computer gebruikt, blokkeert dit systeem mogelijk de communicatie met het
apparaat. Probeer de firewall tijdelijk uit te schakelen om te kijken of deze het probleem veroorzaakt.